Tijdens mijn kilometerslange wandelingen gebeurt het wel eens dat ik dien te plassen. Nu heb ik geluk. De meeste stukken van mijn Gr5a-wandelingen lopen doorheen bossen, velden en natuurgebieden. En ik ben van het principe, als de dieren in de natuur mogen plassen, dan dit mensendier ook. Ik heb zelfs al een hele techniek ontwikkeld waarbij ik door te leunen tegen een boom niet meer tot helemaal beneden moet hurken. Zo heb ik het probleem van het terug recht krabbelen helemaal weggewerkt. #trots #waarisdentijddatikpuuropbuikspierenallthewaydownkonhurkenenterug.
Ik ben gaandeweg ook een hele grote fan geworden van werftoiletten. Er is geen dorpskern in Vlaanderen waar niet wordt gewerkt en bij elk werf hoort een toilet. Blijkbaar is de tijd dat werkmensen gewoon bij de buren gingen plassen en zo, uit onze maatschappij weggewerkt, net zoals zovele andere gewone blijken van dienstbaarheid en vriendschappelijkheid. De voorbij 27 wandelingen heb ik slechts 2 werftoiletdeuren geopend die ik onmiddellijk terug heb dichtgegooid. Voor de rest kraaknet. En zo laat ik ze ook weer achter.
Tijdens de Kerstvakantie had ik stress. De wandelpaden deden meer dorp aan dan natuur. En alle, maar dan ook alle werftoiletten waren ter gelegenheid van het bouwverlof op slot. Verder heb in ook al mogen vaststellen dat de meeste stationstoiletten, de toiletten op begraafplaatsen en deze van onthaalcentra van natuurgebieden op slot en grendel zijn of waren. Het ergste wat ik heb meegemaakt was onderstaande. Een toilet waarvan beleefd doch met aandrang werd gevraagd deze niet te gebruiken.

Het ontnemen van ons toiletrecht vind ik eerlijk gezegd beschamend. Ontmenselijkend. Een misselijkmakende bijwerking van de Corona-maatregelen. Al voeg ik er volledigheidshalve nog dit aan toe. Een enkel toilet was gesloten ter preventie van vandalisme. En de toiletten van de stations zijn gewoon gesloten omdat de NMBS vergeten is wat het woord dienstverlening betekent.